Op de Opstap proberen we zoveel mogelijk passend onderwijs te realiseren door te handelen volgens opbrengstgericht werken in 4D. Deze methode is pro-actief. Opbrengstgericht werken leidt tot betere prestaties. Deze aanpak is gebaseerd op 4 pijlers: Data, Duiden, Doelen en Doen (De 4D-aanpak is gebaseerd op: Struiksma, C. (2012). Duiden en Doen. Rotterdam: CED-Groep).
Data
De Opstap verzamelt systematisch gegevens over de leeropbrengsten van de leerlingen, we bespreken met elkaar wat we willen bereiken. Dit noemen we de school ambitie. Deze school ambitie heeft de Opstap vastgelegd in het document Zicht op kwaliteit opgesteld door de stichting. Zie website. We gebruiken verschillende data op schoolniveau, groepsniveau en leerlingniveau.
We volgen leerlingen middels observaties in de klas, methodetoetsen, niet-methodetoetsen (Leerling in Beeld) en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling Kanvas via Kanjertraining.
Voor het jonge kind worden geen kleutertoetsen afgenomen, maar wordt gewerkt met ‘Mijn Kleutergroep’. Er wordt op basis van thema’s en met themakisten gewerkt. Doelen vanuit de leerlijnen worden per thema gekoppeld. Het onderwijs bij de kleuters is erop gericht om alle doelen vanuit de leerlijnen aan het einde van groep 2 behaald te hebben. De doelen die worden beheerst, worden afgevinkt. Wanneer een leerkracht naar eigen inzicht extra data over het leerniveau van een leerling wil verkrijgen, kunnen er aanvullende toetsen worden afgenomen (Citotoetsen of toetsen voor het voorbereidend lezen, Struiksma).
Duiden
De Opstap vergelijkt de data met de schoolambities. Wanneer we bereiken wat we willen bereiken, wordt deze kwaliteit onze standaard. Wanneer we het gewenste resultaat niet bereiken, analyseren we de onderwijskenmerken. Dit zijn factoren waar een leerkracht invloed op kan uitoefenen, namelijk: leertijd, didactisch en pedagogisch handelen en klassenmanagement.
Doelen
Op de Opstap clusteren we leerlingen in verschillende groepen (structuurgroep-basisgroep-plusgroep). We formuleren doelen in een groepsplan voor een bepaalde planperiode. De uitwerking van de werkwijze van noteren wordt minimaal 2 maal per schooljaar in het leerlingvolgsysteem geplaatst en geëvalueerd.
Voor het jonge kind geldt dat kleine kringen worden samengesteld op basis van de doelen in de ‘Mijn Kleutergroep’
Doen
Door het nauwkeurig volgen van de ontwikkeling van leerlingen worden mogelijke (leer-)problemen tijdig gesignaleerd. Ouders spelen in dit proces een belangrijke rol. Ouders zien wij als samenwerkingspartners en worden daarom nauw betrokken bij de zorg rondom hun kind. Door middel van observaties en toetsen houdt de leerkracht de ontwikkeling van de leerlingen bij. Met de kwaliteitscoördinator, gespecialiseerd in de aanpak van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen, worden leerlingen, leerdoelen en eventuele specifieke onderwijsbehoeften minimaal drie keer per jaar besproken tijdens een groepsbespreking. Wanneer het aanbod in de groep onvoldoende tegemoet lijkt te komen aan de onderwijsbehoeften van een leerling, volgt overleg met de KC’er en/of ouders. In dat overleg wordt bekeken wat nog mogelijk is in de groep. Aanvullend kan (meestal) kortdurende ondersteuning geboden worden.