Scholen moeten ervoor zorgen dat elk kind een passende plek krijgt. Deze verplichting voor scholen heet zorgplicht. De zorgplicht geldt voor alle leerlingen. De zorgplicht rust op (het bevoegd gezag van) de school waar de ouders hun kind aanmelden. De zorgplicht geldt voor kinderen die al op school zitten en kinderen die worden aangemeld. De eerste school waar de leerling wordt aangemeld, is verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte plek, ook als dat niet op de betreffende school is.
Uitzonderingen op de zorgplicht
- De zorgplicht geldt niet indien op de school van aanmelding fysiek geen ruimte is. Er moet sprake zijn van een consistent en transparant toelatingsbeleid. Hierbij mag geen onderscheid gemaakt worden tussen kinderen met en zonder extra onderwijsbehoeften.
2. In geval van plaatsing op een wachtlijst geldt de zorgplicht niet. Die geldt pas vanaf het moment dat de leerling in aanmerking komt voor plaatsing.
3. De zorgplicht geldt niet wanneer ouders weigeren de grondslag van de school te onderschrijven. De leerling wordt dan geweigerd om andere redenen dan zijn ondersteuningsbehoefte.
4. Als een leerling wordt aangemeld bij een (v)so-instelling van cluster 1 of 2. Deze instellingen maken geen deel uit van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Zij kennen een eigen toelatingsprocedure.
5. De zorgplicht geldt niet wanneer ouders niet binnen de gestelde termijn (2 weken) informatie aanleveren die van belang is voor het onderzoek naar de plaatsing.
6. De zorgplicht geldt niet voor kinderen jonger dan drie jaar.
Zorgplicht in de praktijk
De zorgplicht bestaat uit een onderzoeksplicht en een aanbodsverplichting. Deze staan hieronder beschreven.
Onderzoeksplicht
Het bevoegd gezag moet onderzoek doen: heeft de leerling extra ondersteuning nodig? Zo ja, wat heeft de leerling nodig? Onderzocht moet worden of de school van aanmelding zelf een passend aanbod kan bieden.
De school kan daarbij gebruik maken van:
– informatie van de ouders over de eventuele beperkingen die het kind heeft in zijn deelname aan het onderwijs.
– het onderwijskundig rapport.
– aanvullend onderzoek of aanvullende informatie van de huidige basisschool, om vast te stellen welke specifieke zorg- of ondersteuningsbehoefte de leerling heeft.
We vragen ouders altijd toestemming voor contact met de vorige school én of er aanvullende informatie / onderzoeken zijn. Aan het aanleveren van aanvullende informatie verbindt de school een termijn, dit wordt (ook) schriftelijk gecommuniceerd naar ouders. Wanneer ouders binnen de gestelde termijn geen informatie delen en/of geen toestemming geven aan de huidige/vorige school voor het delen van informatie gaan we niet over tot toelating.
Aanbodverplichting
Indien de school het passende aanbod niet kan bieden, moet gezocht naar een school die wel een passend aanbod kan doen. Het bevoegd gezag moet bekijken of het mogelijk is om de leerling, ondanks de extra ondersteuningsbehoefte, toch te plaatsen, al dan niet met financiering vanuit gelden passend onderwijs. De verplichting tot het verrichten van doeltreffende aanpassingen geldt niet wanneer de aanpassingen een onevenredige belasting vormen. Wanneer de school de ondersteuningsbehoefte van de leerling onderzocht heeft, maar toch onvoldoende informatie heeft en ouders geen relevante informatie willen verstrekken binnen de gestelde termijn, dan kan de school besluiten om de aanmelding niet te behandelen. Het weigeren van toelaten van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft kan pas nadat het bevoegd gezag er, na overleg met ouders en samenwerkingsverband, zorg voor heeft gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Dit kan ook een SBO of SO zijn. Op basis van de schoolondersteuningsprofielen (SOP) van de scholen wordt bekeken welke andere school wel passend is.