Handig om te weten

Inleiding

Vanuit het ministerie is besloten dat vanaf de start van het schooljaar 2024-2025 geen mobiele telefoons meer mogen worden gebruikt op de basisschool.

Alleen als de mobiele telefoon noodzakelijk is voor de inhoud van de les, mogen ze worden gebruikt. Ook als leerlingen afhankelijk zijn van de telefoon, zoals bijvoorbeeld voor medische redenen, is dit toegestaan. Wij onderschrijven deze regel en willen graag duidelijk maken hoe we hiermee omgaan op de Opstap.

Ook merken wij dat kinderen minder met elkaar op het plein praten/spelen voordat de school begint. Daarom voegen we een extra punt toe aan het beleid voor de Opstap.

Telefoonbeleid vanaf mei 2024

Mobiele telefoons worden op eigen risico meegenomen naar school. Wanneer een telefoon kapot gaat of kwijtraakt o.i.d. is de school niet aansprakelijk.

De regels voor de telefoon op de Opstap zijn:

• Telefoons zijn voordat de school om 8.30 uur start niet toegestaan op het schoolplein. Vanaf de ingang van het schoolplein worden de telefoons uitgezet en weggestopt.
• De telefoon wordt in de klas opgeborgen op de plek die de leerkracht met de klas heeft afgesproken (dus niet in de tas of jaszak op de gang).
  Alle mobiele devices staan uit (ook smartwatches). 
• De telefoon/smartwatch staat in een stand waarbij meldingen en geluiden niet te horen zijn in het lokaal.
• Telefoons kunnen/mogen gebruikt worden voor lesdoelen. Dit kan alleen na uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht.
• Wanneer je op je telefoon zit zonder toestemming van je leerkracht, wordt de telefoon ingenomen. We sturen een bericht naar de ouders dat de telefoon is ingenomen. De telefoon kan dan tussen 16.00 en 16.30 uur of de volgende dag voor 8.00 uur worden opgehaald bij de leerkracht.
• Wanneer deze situatie een tweede keer voorkomt, zal de leerling geen telefoon meer mogen meenemen naar school.
• Wanneer kinderen naar huis gaan, blijft de telefoon uit totdat de kinderen buiten op het plein zijn.

Uitzonderingen

Er zijn in overleg met de leerkracht uitzonderingen te maken op de bovenstaande regels. Wanneer een telefoon bijvoorbeeld nodig is voor medische doelen (bijvoorbeeld monitoring diabetes), een operatie van een ouder, etc. kan dit met de leerkracht/school worden afgesproken.

Ongelukken zijn niet altijd te voorkomen. Schade veroorzaakt door kinderen wordt in eerste instantie verhaald op de verzekering van ouders of verzorgers van het betreffende kind. Het schoolbestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. De verzekering is van kracht gedurende de schooluren en tijdens evenementen in schoolverband, en gedurende het rechtstreeks van huis naar school gaan en omgekeerd. Bovendien is er een doorlopende reis- en evenementenverzekering afgesloten. Wanneer een ongeval heeft plaatsgevonden kan de schoolleiding om advies gevraagd worden bij de invulling van het formulier. Ouders/verzorgers die leerlingen in de auto vervoeren bij o.a. excursies dienen een inzittendenverzekering te hebben. Alle leerlingen kleiner dan 1,35m en lichter dan 35kg moeten op een goedgekeurde zitverhoger zitten.

De school is niet aansprakelijk voor schade of vermissing van kostbare zaken, zoals mobiele telefoons. Ook niet als de leerkracht het toestel tijdelijk heeft bewaard. Geadviseerd wordt om kostbaarheden niet mee naar school te nemen.

Met de kinderen van De Opstap steunen we jaarlijks een goed doel. De Stichting Roemeense Kinderhulp, de Cliniclowns, Kika en Earlybirds zijn goede doelen die in voorgaande jaren onze (financiële) steun hebben gehad. De werkgroep voor Het Goede Doel, bestaande uit ouders en leerkrachten kan of een voorstel doen voor een actie of laat het initiatief over aan de verschillende groepen. De afgelopen jaren hebben we een grote lijst van mogelijke doelen aangemaakt, waaruit een groep een passend goed doel kan kiezen. Zo ontstaat er meer verbondenheid en verantwoordelijkheid voor het persoonlijk iets goed doen voor een ander.

Per groep zijn er een aantal luizenouders die de haren van alle kinderen controleren op neten en hoofdluis. Dit gebeurt ongeveer 5 à 6 keer per jaar in de week na een schoolvakantie. Eén ouder coördineert de controles. Worden er bij je kind of in de klas van je kind luizen aangetroffen, dan krijg je hierover bericht. Er zullen dan opnieuw controles volgen. Mocht je zelf iets aantreffen, meld dit dan (het liefst meteen) bij de leerkracht van de klas. Blijf ook altijd zelf regelmatig de haren van je kind controleren. Hiermee kunnen we een hoofdluizenplaag voorkomen. Heb je vragen dan kun je op deze website meer informatie vinden landelijksteunpunthoofdluis.nl.

TIP: Zorg ervoor dat je kind bij de controles zo min mogelijk (liever geen) speldjes, gel en staartjes in het haar heeft. Dit maakt het controleren een stuk makkelijker.

Elk jaar weer zijn we op zoek naar ouders die een bijdrage willen leveren aan deze belangrijke werkgroep. Tijdens de informatieavond aan het begin van het jaar je je opgeven.

Op onze school zijn twee collega’s die de taak van de ICT-er vervullen. Dit houdt in dat ze het aanspreekpunt zijn voor problemen rondom de hardware (computers, Chromebooks, digitale schoolborden, etc.). Ze zorgen voor vervanging/reparatie en houden de collega’s hiervan op de hoogte.

Daarnaast spelen ze een rol rondom de invoering en stimulering van het gebruik van digitale materialen in ons onderwijs. Een aantal mooie voorbeelden van deze nieuwe materialen zijn bijvoorbeeld het gebruik van IPads voor het maken van stopmotion films, het gebruik van programmeerbare robots bij de groepen 1-2 en 3, de inzet van LEGO WeDo in de groepen 4, 5 en 6. in de groepen 7 en 8 wordt gewerkt met de 3D-printers. De ICT-ers coachen de collega’s in het gebruik van deze materialen en ondersteunen waar dat nodig is.